Deze zomer las ik een oud artikel in de lokale krant van Hoek van Holland (23 okt. 2023) over een boeiend maar pijnlijk thema: de rol van de Nederlandse politie tijdens de bezetting. In dat artikel schreef Bunker Bremen kort over de kwalijke houding van veel Nederlandse politieagenten in die periode. Niet voor niets leidde het boek ‘De Zwarte Politie’ in de jaren negentig tot veel ophef over de houding van de politie in de jaren ’40-’45. Dit jaar maakte de gemeente Den Haag bekend, na de publicatie van 31 integriteitsonderzoeken van Haagse politieagenten tijdens de oorlog, dat de meerderheid van haar agenten actief deelnam aan door de Duitsers opgelegde handelingen. Dit alles roept de vraag op hoe actief de agenten in het Westland hebben ingezet voor de Duitse bezettingsmacht in hun zoektocht naar Joden, onderduikers, zwarthandelaren en ‘binnenlandse terroristen’.

Een voorbeeld
Natuurlijk is het onmogelijk om in een kort artikel uitgebreid op deze kwestie in te gaan. Feit is echter dat enkele politieagenten uit het Westland zich actief aansloten bij de Duitsers. Soms deden ze dit vanwege hun politieke voorkeur, soms uit angst of voor een extra zakcentje. Enkele van deze foute agenten kregen na de oorlog lange gevangenisstraffen opgelegd. Eén van hen werd zelfs geëxecuteerd door leden van het gewapend verzet. Dit roept de vraag op: wie waren deze agenten en wie was de destijds bekende Nederlandse politieagent die werd omgebracht?
Inlichtingendiensten
De meerderheid van deze foute politieagenten had al jaren dienstgedaan bij de straatpolitie. Sommigen van hen kwamen in de jaren dertig terecht bij de Inlichtingendienst van de Haagse of Rotterdamse politie. Hun taak was om te infiltreren in extremistische groepen, organisaties en politieke partijen, vooral aan de linkerzijde van het sociaal-maatschappelijke spectrum. Dit gold in het bijzonder voor politieke partijen zoals de Communistische Partij Holland, de Revolutionair Socialistische Arbeiderspartij en andere vergelijkbare organisaties op trotskistische, leninistische of stalinistische grondslag. Andere politieagenten met wortels in het Westland sloten zich in de jaren dertig of vlak na de bezetting in mei 1940 aan bij de NSB-organisatie Rechtsfront of bij de politieke partij van Anton Mussert.

Scheve schaats
De agent die tijdens de bezettingsjaren in Rotterdam werd geliquideerd, had eveneens een lange staat van dienst. In de jaren twintig en dertig was hij actief in het Westland en trouwde hij met een vrouw uit het ‘Breeje Durp’. Een slippertje met een jongedame uit het dorp ondermijnde zijn positie en geloofwaardigheid als politieagent, waardoor het gezin verhuisde naar het dorp Overschie. Daar kwam deze foute agent in contact met enkele NSB’ers, waaronder de familie Van Buuren en een zekere heer Rosman. Zij kregen steeds meer invloed op hem, waardoor hij steeds fanatieker werd, ook in zijn werk als agent bij Groep 10, later de SD-Fahndungskommando.

Werkzaamheden
De werkzaamheden van Groep 10 bestonden onder andere uit het opsporen en arresteren van ondergedoken Joden. Daarnaast gingen zij actief op zoek naar onderduikers en voerden zij huiszoekingen uit naar illegale lectuur, wapens en distributiebonnen. Een andere belangrijke activiteit was het opsporen van zwarthandelaren en ‘binnenlandse terroristen’, oftewel mensen uit de illegaliteit. Hierdoor vormde deze agent een steeds grotere bedreiging voor zowel het gewapend verzet als voor de onderduikers, waaronder Joden.

Mond gesnoerd
Dit leidde ertoe dat het hoofdkwartier van de KP-Rotterdam en haar kopstukken besloten om de bekende Westlandse politieagent te liquideren, samen met enkele van zijn collega’s. Deze pijnlijke beslissing werd op 28 augustus 1944 uitgevoerd door leden van de Rotterdamse knokploeg. Op weg van zijn woonplaats Overschie naar zijn werk werd hij neergeschoten door het verzet. Hij werd nog met spoed naar het ziekenhuis gebracht, maar onderweg overleed politieagent P. Pikaar aan zijn verwondingen.

